Cafeïne

Cafeïne is een stimulerend middel dat van nature door veel planten wordt geproduceerd. Het komt vooral voor in gebrande koffiebonen, cacaobonen, theebladeren, yerba mate en guaranabessen.

De CYP1A1 en CYP1A2 genen produceren beide leverenzymen die helpen bij het afbreken van cafeïne. De cafeïne-test kijkt naar een gebied tussen deze twee genen dat kan worden gebruikt om de snelheid van cafeïneverwerking te voorspellen. Het AHR gen verbetert de activiteit van CYP1A1 en CYP1A2 gen. AHR is ook betrokken bij het reguleren van ontstekingen en cellulaire processen die verband houden met de immuunfunctie.

De cafeïne-test kijkt ook naar een genetische variatie binnen het CYP1A2 gen zelf. Deze genetische variatie bekijkt of je CYP1A2-enzym sneller kan werken in de aanwezigheid van bepaalde stoffen, inductoren genoemd. Dit betekent dat als je een genetische variatie hebt, je lichaam cafeïne effectiever dan normaal kan verwerken in aanwezigheid van deze stoffen.

Inductoren zijn onder meer kruisbloemige groenten (bijv. Bloemkool, kool, broccoli en spruitjes), gegrild vlees, bepaalde medicijnen.

Het ADORA2A gen bepaalt hoe cafeïne wordt ontvangen in de hersenen. Een chemische stof genaamd adenosine helpt iemand slaperig te worden. Cafeïne kan het vermogen van adenosine om te werken verminderen en kan daarom de slaap verstoren. Cafeïne beïnvloedt individuen anders en studies hebben aangetoond dat variaties in slaapkwaliteit, angst en alertheid veroorzaakt door cafeïne verband houden. met ADORA2A genetische variaties.

  • Sachse C, et al. Functional significance of a C–>A polymorphism in intron 1 of the cytochrome P450 CYP1A2 gene tested with caffeine. Br J Clin Pharmacol. 1999. 47(4): 445-449.
  • Murray S, et al. Effect of cruciferous vegetable consumption on heterocyclic aromatic amine metabolism in man. Carcinogenesis. 2001. 22(9):1413-20.
  • Denden S, et al. Gender and ethnicity modify the association between the CYP1A2 rs762551 polymorphism and habitual coffee intake: evidence from a meta-analysis. Genet Mol Res. 2016. 15(2).
  • Retey JV, et al. A genetic variation in the adenosine A2A receptor gene (ADORA2A) contributes to individual sensitivity to caffeine effects on sleep. Clin Pharmacol Ther. 2007. 81(5): 692-698.
  • Nova PB, et al. Modeling caffeine concentrations with the Stanford Caffeine Questionnaire: preliminary evidence for an interaction of chronotype with the effects of caffeine on sleep. Sleep Med. 2012. 13(4): 362-367.
  • Childs E, et al. Association between ADORA2A and DRD2 polymorphisms and caffeine-induced anxiety. Neuropsychopharmacology. 2008. 33(12): 2791-2800.
  • Rogers PJ, et al. Association of the anxiogenic and alerting effects of caffeine with ADORA2A and ADORA1 polymorphisms and habitual level of caffeine consumption. Neuropsychopharmacology. 2010. 35(9): 1973-1983.
  • Renda GG, et al. Genetic determinants of cognitive responses to caffeine drinking identified from a double-blind, randomized, controlled trial. Eur Neuropsychopharmacol. 2015. 25(6): 798-807.
  • Shrivastava D, Jung S, Saadat M, Sirohi R, Crewson K. How to interpret the results of a sleep study. J Community Hosp Intern Med Perspect. 2014. 4(5):24983.
  • Corchero J, et al. Organization of the CYP1A cluster on human chromosome 15: implications for gene regolation. Pharmacogenetics. 2001. 11(1), 1-6.
  • Amin N, et al. Genome-wide association analysis of coffee drinking suggests association with CYP1A1/CYP1A2 and NRCAM. Mol Psychiatry. 2012. 17(11), 1116-1129.
  • Solem P, et al. Sequence variants at CYP1A1-CYP1A2 and AHR associate with coffee consumption. Hum Mol Genet. 2011. 20(10), 2071-2077.
  • Cornelis MC, et al. Genome-wide meta-analysis identifies six novel loci associated with habitual coffee consumption. Mol Psychiatry. 2015. 20(5), 647-656.
  • Cornelis MC, et al. Genome-wide meta-analysis identifies regions on 7p21 (AHR) and 15q24 (CYP1A2) as determinants of habitual caffeine consumption. PLoS Genet. 2011. 7(4), e1002033.
  • Josse AR, et al. Associations between polymorphisms in the AHR and CYP1A1-CYP1A2 gene regions and habitual caffeine consumption. Am J Clin Nutr. 2012. 96(3), 665-671.